Net echt. Waarom we robots naar ons evenbeeld maken.

Robots zijn in feite slechts machines, maar gaan langzamerhand steeds meer op ons lijken. Niet alleen in hun gedrag, maar ook in uiterlijk. Waar zijn die menselijke robots goed voor?

Dit artikel verscheen eerder in Quest Psychologie (nummer 3, 2019).
Foto: Jeena Paradies (via Flickr)

Op het eerste oog lijken het tweelingbroers. Pas als ze in gesprek gaan, valt op dat een van beide Japanse mannen zijn hoofd een tikkeltje houterig beweegt. Opstaan en weglopen kan hij niet. En wat hij zegt komt eigenlijk uit de mond van iemand die hem vanachter een computer als een poppenspeler bedient. De Japanse robotonderzoeker Hiroshi Ishiguro maakte zo’n tien jaar geleden een exacte kopie van zichzelf. Zijn robotbroer babbelt met mensen op conferenties en geeft zelfs colleges aan studenten.

Robots maken die als twee druppels water op ons lijken is een specifieke tak van sport, maar ook andere soorten robots krijgen vaak een menselijk sausje. Ze hebben bijvoorbeeld mechanische armpjes en beentjes, een hoofd, bewegen als wij en kunnen soms praten. Waarom willen we zo graag robots die op ons lijken, in uiterlijk en gedrag? En wat doet dat met onze interactie met hen?

De handige mens

Het is niet zo gek dat robotontwerpers het menselijk lichaam als voorbeeld nemen, vindt robotonderzoeker Roy de Kleijn (Universiteit Leiden). ‘Eigenlijk zit het menselijk lichaam heel goed in elkaar. We hebben ogen waarmee we diepte kunnen zien, handen waarmee we grote en kleine objecten kunnen grijpen, armen om nog meer vast te kunnen pakken, twee benen om ons te verplaatsen.’ Allemaal ‘onderdelen’ waar een robot ook iets aan kan hebben, afhankelijk van zijn taak.

De Kleijn: ‘Een simpele robot, die maar een taak heeft, hoeft er niet heel menselijk uit te zien. Een robot in een autofabriek heeft bijvoorbeeld genoeg aan een grijparm. Maar wil je met de robot kunnen wandelen, praten én schaken dan heeft hij meer onderdelen nodig.’ Waarom zou je als robotontwerper je hoofd breken over een originele, fantasierijke vorm als je het menselijk lichaam gewoon voorhanden hebt als inspiratiebron?

Enge robot

Toch kan een té menselijke robot ons een ongemakkelijk gevoel geven. Lijkt een robot voor geen meter op ons, dan is er niets aan de hand. Worden robots zo levensecht dat je er nietsvermoedend mee kunt klaverjassen, dan jagen ze je ook geen angst aan. Het gebied ertussenin, waarop ze heel menselijk lijken maar toch nét niet, noemen wetenschappers de uncanny valley (naargeestige vallei). Bij robots lijkt dat effect extra sterk als hun gedrag niet strookt met hun uiterlijk. Hersenwetenschappers van de University of San Diego scanden in 2012 het brein van proefpersonen, terwijl zij video’s keken van een robot met zichtbare metalen onderdelen en een levensechte versie. Beide bewogen nogal houterig, maar alleen bij de menselijke robot leken de hersenen meer moeite te hebben om te verwerken wat het zag.

‘We willen dat een robot in uiterlijk én gedrag op een mens lijkt’, zegt ook De Kleijn. ‘En andersom willen we dat een robot die eruit ziet als een machine zich níet menselijk gedraagt.’ Zo vonden proefpersonen in een studie van Indiana University een blikkerige robotstem uit de mond van een mens nogal griezelig, terwijl ze deze bij een simpele robot juist liever wel hoorden.

Kapotgevallen ei

Een belangrijk argument om robots iets menselijks te geven, is dat we dan makkelijker met ze overweg kunnen. Al hoeft hij daarvoor niet eens sprekend op ons te lijken. Een mechanische robot kan vergelijkbare reacties bij ons uitlokken als een mens van vlees en bloed, bleek in een studie van Stanford University. Proefpersonen moesten een schattig, cartoonachtig robotje op allerlei plekken aanraken. Wat bleek? Net als bij mensen vonden ze het nogal ongemakkelijk om zijn ogen of kont aan te raken. Terwijl het de robot waarschijnlijk weinig kon schelen.

Misschien nog wel belangrijker dan zijn uiterlijk is dat een robot zich een beetje weet te gedragen als wij. In een klein Brits experiment werkten mensen liever samen met een communicerende robot dan met een exemplaar dat hen doodzwijgt, zelfs als hij meer fouten maakt. De robot hielp proefpersonen met het maken van een omelet. Liet hij een ei vallen? Zand erover, zeker nadat hij met een droevig gezicht zijn excuses aanbood. Hoewel, helemaal vergeten deden de proefpersonen het niet. Toen die bewuste robot aan het eind vroeg of ze hem een baantje als keukenassistent wilden geven, bleek het verdomd moeilijk om de arme drommel af te wijzen. Eén persoon beeldde zich in dat de robot verdrietig keek toen hij nee zei, terwijl in werkelijkheid niets in de blik veranderde. Een ander gaf achteraf toe dat ze loog toen ze ‘ja’ zei. Communicatieve robotassistenten zijn goed, concluderen de onderzoekers, maar hij kan misschien beter niet te veel emoties tonen.

Red de robot

Dat gaat nog een uitdaging worden, door onze neiging tot antropomorfiseren: we kennen menselijke eigenschappen, zoals emoties en gedachtes, toe aan dieren of voorwerpen. Hoewel niet iedereen dat even sterk doet, gebeurt het continu overal om ons heen. Iemand noemt zijn hond bijvoorbeeld verdrietig, als hij geen eten krijgt en afdruipt. Maar voelt hij echt verdriet of projecteert het baasje dan een menselijke emotie op zijn huisdier? In een Italiaanse studie uit 2015 bleek zelfs dat ‘menselijke’ online gokmachines verslavender zijn. Proefpersonen gokten gemiddeld langer door als de onderzoekers de machine omschreven als een levend wezen, dat ervoor kon kiezen de gokker uit te lachen en te laten verliezen of te belonen met winst.

Als een gokmachine al antropomorfisme kan uitlokken, dan kan een robot dat al helemaal. En dat kan tot morele dilemma’s leiden, bleek onlangs uit een studie van de Radboud Universiteit. De onderzoekers lieten proefpersonen foto’s zien van een menselijke of mechanische robot, waarbij ze soms ook een verhaal lazen over zijn gedachtes en gevoelens. Daarna volgden dilemma’s waarin de proefpersonen moesten aangeven of ze de robot zouden redden ten koste van een groep onbekenden. De robot die eruit zag als een mens werd vaker gered, maar bij beide robots vonden proefpersonen het moeilijker hem op te offeren als ze vooraf een inkijkje in hun emoties hadden gekregen.

Aantrekkelijk kopje

Een menselijke manier van presenteren kan onze interactie met robots dus beïnvloeden, volgens Sari Nijssen, hoofdonderzoeker van de studie. ‘Maar het blijft natuurlijk de vraag hoe mensen in de echte wereld handelen’, geeft ze toe. Voor haar vervolgstudie heeft ze al een realistischere setting bedacht, met in de hoofdrol een robot die op haar werkkamer staat. ‘We hebben twee filmpjes opgenomen waarin we die robot interviewen, waarbij hij in de ene versie heel menselijk reageert en in de andere niet.’ De menselijke robot voelt zich bijvoorbeeld niet zo goed omdat het slecht weer is, de tweede versie begrijpt niets van de vraag hoe het met hem gaat. Nijssen: ‘Vervolgens vertellen we proefpersonen dat we de robot uit elkaar gaan halen, maar dat ze hem met een donatie kunnen redden. Ik ben benieuwd of ze meer doneren als de robot menselijker wordt neergezet.’

Meeleven met een robot in een experiment is natuurlijk iets anders dan er een écht emotionele band mee opbouwen. Zouden we in de toekomst een robot zó sterk als een vriend kunnen beschouwen dat we zijn leven zouden redden, als puntje bij paaltje komt? Of dat we er bijvoorbeeld verliefd op worden? Dat kan zeker, al moeten ze dan nog veel menselijker worden, stelt De Kleijn. Nu ontbreekt er nog iets om hen aantrekkelijk te maken. ‘We kunnen bijvoorbeeld ook niet verliefd worden op een koffiekopje. Zou je een menselijk lichaam hebben met de intelligentie van een koffiekopje, dan werkt dat nog steeds niet. Andersom vinden we een heel intelligent koffiekopje ook niet aantrekkelijk. Maar als een robot in uiterlijk én gedrag niet meer te onderscheiden is van de mens, wat houdt je dan tegen om er verliefd op te worden?’

Er wordt al hard gewerkt aan kunstmatige intelligentie die steeds beter zelfstandig gesprekken met mensen kan voeren, en zelf kan bijleren. Combineer je dat met een robot als de tweelingrobot van de Japanse Hiroshi Ishiguro, dan heb je een flink overtuigende menselijke robot. Zo ver is het nog niet. Sophia, een creatie uit Hong Kong, staat bekend als de meest menselijke robot ter wereld. Ze is uitgerust met talloze gezichtsuitdrukkingen, spraakherkenning en gezichtsherkenning én kan zelf reageren op vragen. Ze toerde de afgelopen jaren de wereld voor gesprekjes met journalisten en talkshowhosts. Maar schijn bedriegt. Media moeten hun vragen weken van tevoren insturen, zodat ze zo geprogrammeerd kan worden dat ze het snapt. Bij onverwachte vragen klapt ze dicht. Op een écht gezellige robotgesprekspartner is het dus nog even wachten.

Hartendiefjes

Er is weinig voor nodig om ons te doen meeleven met een robot. Drie voorbeelden van robots die de harten stalen van (bijna) iedereen die op hun pad kwam.

Hitchbot
Hitchbot, een robot van simpele materialen als plastic emmers, doorkruiste liftend Canada, Europa en Amerika. Maar in augustus 2015 kwam zijn reis tot schok van zijn fans tot een abrupt einde: onbekenden in Philadelphia hadden hem in elkaar getrapt.

Jibo
Begin 2019 plaatsten droevige eigenaren filmpjes online van de afscheidsgroet van hun Jibo, inclusief dansje. Jibo was een kleine, witte huisrobot met een vrij abstract hoofd en lijf. Hij kon simpele gesprekjes voeren, informatie als het weerbericht opdreunen en zelf bijleren, waardoor hij bijvoorbeeld gezinsleden herkende. In 2018 ging het bedrijf erachter failliet, waarna de Jibo’s langzaam aftakelden.

De explosievenopruimer
Onderzoekster Julie Carpenter interviewde Amerikaanse militairen die in het Midden-Oosten werkten met explosievenopruimingsrobots. Ze bleken de apparaten een beetje als collega te gaan beschouwen. Ze gaven hen vaak een naam en treurden als ze kapot gingen. In één geval kreeg de ‘overleden’ robot een uitvaart met 21 saluutschoten én een militaire onderscheiding.

Doneren

Dit artikel kon je gratis lezen via mijn website. Waardeer je het en wil je dat laten blijken? Je kunt mijn journalistieke werk steunen met een donatie.

Totaal: € -

About the author

error: Content is protected !!