Poesje Mauw, wat zeg je nou?

Waarom zou taalwetenschap zich moeten beperken tot de mens? Met 360-gradencamera’s in huiskamers proberen taalkundigen te leren wat katten ons te vertellen hebben, en hoe ze met ons communiceren.

Dit artikel verscheen begin 2025 in KIJK
Foto: uit eigen archief

Een man zit in een stoel, laptop op schoot en koptelefoon op zijn hoofd. Op de grond, vlak naast zijn been, zit een grijs-gestreepte kat hem aan te staren. Hij lijkt haar niet te zien, dus zet ze haar voorpoten op de stoelzitting. De man zet de laptop naast zich neer, waarna de kat met een tevreden grom op zijn schoot springt.
Het filmpje van zo’n 50 seconden toont een alledaagse interactie zoals veel mensen die thuis met hun kat zullen hebben. Het zijn precies dit soort huiselijke tafereeltjes waar onderzoekers op aanslaan binnen het project Kat en Taal van het Meertens Instituut. Frame voor frame bekijken ze zulke beelden, om te ontdekken wat er gebeurt. Hoe vertelt een kat wat hij wil, en begrijpt de mens hem? En zijn in die kattencommunicatie patronen te ontdekken waardoor je zou kunnen zeggen: dit is een taal?

 

Korte miauw
Het begon met ‘veldonderzoek’ in eigen huis, waar onderzoekers hun eigen katten filmden. Maar na een open oproep aan kattenbaasjes is het studieterrein afgelopen jaar flink uitgebreid. Andermans kat bestuderen in zijn eigen omgeving bleek zo eenvoudig nog niet, vertelt Marjo van Koppen, hoogleraar taalvariatie aan de Universiteit Utrecht en senioronderzoeker bij het Meertens Instituut. “Katten gaan zich vaak anders gedragen als een vreemde binnenkomt.” Sommige kwamen de dieren de slaapkamer niet eens uit als ze er waren, laat staan dat de taalwetenschappers enige interactie op camera konden vastleggen.
Daarom besloten de onderzoekers het anders aan te pakken. Van Koppens collega Marlou Rasenberg gaat nog steeds langs, maar dan om een 360-gradencamera in de huiskamer te zetten. Die volgt een aantal uur alle bewegingen van de kat door de ruimte heen, terwijl het baasje een GoPro-camera draagt.
Zo gedetailleerd kattencommunicatie vastleggen is tamelijk uniek, maar ze zijn niet de eerste taalkundigen die de dieren bestuderen. Taalwetenschappers van de Zweedse Lund Universiteit analyseerden beeld- en geluidsopnames van zeventig miauwende katten. Korte miauws met een hoge, in toon oplopende melodie bleek vaak een teken dat een kat in een goed humeur was en simpelweg iets wilde vragen. Eten of een aai over de bol, bijvoorbeeld. In negatieve situaties waren de miauws langgerekter en op lage, dalende toon. Op de website van het project, Meowsic, staan voorbeeldfragmenten voor wie wil ontdekken wat zijn eigen kat hem probeert te vertellen en via Youtubekanaal Cat Lady Sweden plaatste de hoofdonderzoeker uitlegfilmpjes.

Oorwijzen

Toch klinkt het wat eigenaardig, een taalkundige die ‘kattencommunicatie’ onderzoekt. Van Koppen: “Het heersende idee is dat taal typisch menselijk is, dus werken de meeste taalkundigen aan mensentalen.” Maar ís het wel typisch menselijk? In 2017 verscheen het boek Dierentalen van filosoof Eva Meijer, die dat ter discussie stelt. Ze haalt studies aan waaruit blijkt dat dieren complexere communicatievormen hebben dan we lang dachten. “In haar beleving als filosoof hebben dieren taal. Mijn collega Leonie Cornips las dat boek en zei: misschien moeten wij dat als taalkundigen ook eens serieus gaan bekijken.”
Maar hoe pak je dat aan als alles wat je weet over taal is gebaseerd op je eigen taal? “Mensentalen hebben woorden, maar wat zijn woorden in dierentaal? Hebben ze woorden? En is een miauw dan een woord, een zin, een deel van een woord? Of is het helemaal niet vergelijkbaar?”
Of je als taalkundige überhaupt openstaat voor het idee dat een kat een taal spreekt, hangt ervan af welke definitie van taal je gebruikt. “Er zijn mensen die zeggen dat iedere vorm van betekenis taal is”, vertelt Van Koppen. Dan is een geschrokken kat die zijn rug bolt al taal. Lijnrecht daartegenover staan taalkundigen die vinden dat taal grammatica moet hebben. En dan specifiek grammatica met mogelijkheid tot ‘recursie’, wat inhoudt dat je een stukje zin kunt inbedden in een andere zin. Ter illustratie: ‘Jan loopt’ kun je uitbreiden tot ‘Ik zeg dat Jan loopt’. Of: ‘Ik ben met de fiets’, ‘ik ben met de fiets met de bel’, ‘ik ben met de fiets met de bel met bloemetjes erop.’ Van Koppen: “Als je zegt dat iets pas taal is als je recursie hebt, dan vallen behalve mensen alle andere dieren mogelijk af.” Al weet je niet zeker of andere dieren dan wijzelf geen taal spreken zolang je hun klanken niet écht begrijpt. En misschien ‘spreken’ dieren op andere manieren, die wijzelf vanuit ons perspectief moeilijker kunnen bevatten, bijvoorbeeld via hun lichaam of geuren.
Cornips en Van Koppen begonnen hun verkenning van dierentaal bij koeien, door hen te observeren in de stal en op het veld. Het kattenproject was de vervolgstap. Waar ze op letten, is of ze patronen in de interacties met mensen zien. Een recente publicatie ging bijvoorbeeld over manieren waarop katten met hun lichaam aanwijzen waar ze naartoe willen. Van Koppen: “Het begint met aandacht vragen van iemand. Dat doen alle katten, maar op verschillende manieren.” De ene kat die naar buiten wil gaat bijvoorbeeld bij de deur zitten miauwen tot je die opent, de andere komt je aantikken. Een ander belangrijk deel van zulke interactie is controleren of de ander je begrijpt, vertelt Van Koppen. Ook dat zagen ze katten duidelijk doen. Ze lopen bijvoorbeeld miauwend richting hun eetbakje, maar kijken af en toe om of hun mens volgt. “Ook zie je vaak dat ze even knipperen met de ogen als jij op de goede plek bent aangekomen.” Eén kat draaide zelfs haar oor richting de voerbak waar ze naast zat, alsof ze ernaar wees. “Zoiets hadden we niet eerder gezien. We weten dat ze hun oor draaien als er geluid aan die kant is, maar dat was nu niet het geval.”

Ontevreden kat

De onderzoekers werken ook samen met de Sophia-Vereeniging, een organisatie die voorlichting geeft over goed samenleven met huisdieren. Want ‘lezen’ mensen hun kat ook weleens verkeerd? Ja, suggereren recente resultaten van een studie van de Universiteit Paris Nanterre en een kattengedrag-onderzoekscentrum in Bordeaux, waarin 630 mensen kattenvideo’s keken. Aan hen de vraag hoe de kat zich voelde of wat hij wilde. De proefpersonen beoordeelden 90 procent van de tijd filmpjes van tevreden katten correct, en herkenden ook redelijk goed een kat in jachtmodus of schooiend om eten. Maar met ontevreden katten hadden mensen meer moeite, dat ging zo’n 71 procent van de tijd goed.
Van Koppen ziet het soms ook gebeuren in online filmpjes. “Mensen doen hun kat bijvoorbeeld kleertjes aan en zeggen dat hij dat fijn vindt. Maar aan de lichaamstaal, zoals platte oren of een hangende staart, zie ik dat dat niet zo is. Als je weet waar je op moet letten, kun je goed zien hoe een kat zich voelt.”
Katten zijn communicatiever dan veel mensen denken, stelt Van Koppen. En als kat en mens elkaar door en door kennen, is subtiele lichaamstaal soms al genoeg om grenzen aan te geven. Zo was er een video-opname waarin een collega van Van Koppen haar kat aaide en ineens zei ‘oh, dat was te veel’. “Je zag dat die poes zich daarna terugtrok. Toen we die collega vroegen waarom ze concludeerde dat het te veel was, wist ze het niet. Terugkijkend zagen we dat de kat vlak daarvoor even met haar staart sloeg.” Dat ene staartzwiepje had de collega bijna onbewust opgepikt als hint.
Ook richting elkaar geven katten veel sociale seintjes, bleek uit een studie in een kattencafé in Los Angeles. Een antropologiestudent maakte daar tien maanden lang filmpjes, waarna ze samen met een promovendus de gezichtsuitdrukkingen van de cafébewoners spiertje voor spiertje analyseerde: hoe bewogen de oortjes, ogen, mond, snorharen? Ze onderscheidden 276 verschillende gezichtsuitdrukkingen, waarvan voor meer dan 80 procent heel duidelijk was of het vriendschappelijk was bedoeld of negatief, bijvoorbeeld agressief of angstig. De emotie van de kat staat dus blijkbaar op zijn snoet te lezen. Nu nog een kat-mens-woordenboek om die honderden verschillende starende blikken te begrijpen.

Voor dit artikel geraadpleegde bronnen zijn o.a.:

Cornips e.a.: A linguistic-pragmatic analysis of cat-induced deixis in cat-human interactions. Journal of Pragmatics (2023)

Scott & Florkiewicz: Feline Faces: Unraveling the social function of domestic cat facial signals. Behavioural Processes (2023)

De Mouzon e.a.: Human perception of cats’ communicative cues: human-cat communication goes multimodal. Applied Animal Behaviour Science (2024)

 

Doneren

Dit artikel kon je gratis lezen via mijn website. Waardeer je het en wil je dat laten blijken? Je kunt mijn journalistieke werk steunen met een donatie.

Totaal: € -

About the author

error: Content is protected !!